Milieubelasting

3.17       Gemeentelijke milieubelasting.

(Vastgesteld door de gemeenteraad op 30 december 2019)

Art. 1 : Voor een termijn die ingaat op 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een algemene gemeentelijke milieubelasting geheven.

Art. 2 : De belasting is hoofdelijk verschuldigd door elke alleenwonende of leden van ieder gezin die zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en werkelijk verblijven in de stad, of geteld als hebbende een tweede verblijf voor ditzelfde jaar.

Onder alleenwonende wordt verstaan een persoon die gewoonlijk alleen leeft.

Onder gezin wordt verstaan een vereniging van twee of meer personen die - al dan niet door familiebanden gebonden - gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.

Art. 3 : De belasting is eveneens verschuldigd door ieder natuurlijk persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die als hoofden/ of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente.

Indien het gezin van de belastingschuldige te Mesen is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister, is de belasting evenwel slechts éénmaal verschuldigd.

Art. 4 : §1. De belasting is volledig verschuldigd indien de belastingschuldige zich vóór 1 juli van het betreffende jaar in de gemeente vestigt, of indien de activiteit zoals bedoeld in artikel 3 vóór 1 juli van het betreffende jaar aanvangt.

§2. De belasting is slechts voor de helft verschuldigd indien de belastingschuldige zich na 1 juli van het betreffende jaar in de gemeente vestigt, of indien de activiteit zoals bedoeld in artikel 3 na 1 juli van het betreffende jaar aanvangt. In dat geval worden de bedragen vermeld in artikel 5 gehalveerd.

Art. 5 : De belasting wordt vastgesteld op :

a) 90 euro voor een gezin;

b) 70 euro voor een alleenwonende;

c) 100 euro voor een natuurlijk persoon, rechtspersoon of vereniging die een zelfstandig of vrij beroep uitoefent of als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent;

d) 100 euro voor een tweede verblijf.

Art. 6 : Zij die kunnen bewijzen dat zij voor het betrokken aanslagjaar reeds door een gemeentelijke milieubelasting werden getroffen in een andere Belgische gemeente, worden van de belasting vrijgesteld.

Deze vrijstelling geldt niet voor het bepaalde in artikel 5 d).

Art. 7 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Art. 8 : De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Art. 9 : Indien na het versturen van een eerste aanmaning de belasting nog niet werd betaald, wordt vanaf de tweede aanmaning een administratieve kost aangerekend van 15,00 euro bovenop de verschuldigde belasting.

Art. 10 : De belastingschuldige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.  De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Art. 11 : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

Art. 12 : Deze verordening wordt ter kennis gebracht van de toezicht houdende overheid.

Art. 13 : Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 t/m 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Naar top